De fysiotherapeut wil eerst meer weten over jou en je klachten. Hoe actief ben je in het dagelijks leven, hoe is het gesteld met je algehele conditie en je spierkracht en wat is jouw manier van ademhalen en hoesten? Om hier achter te komen, doet de fysiotherapeut een lichamelijk onderzoek en stelt je een aantal vragen. Vaak wordt bij dit onderzoek ook gebruikgemaakt van een conditietest, een stappenteller en/of een vragenlijst om te kijken hoeveel last je van je ziekte hebt. Na het onderzoek maak je samen een behandelplan. Voor de behandeling begint, kan het zijn dat je een fietstest bij een longarts moet doen om te kijken hoe je veilig en effectief kunt trainen.
De fysiotherapiebehandeling kan bestaan uit
- het trainen van de conditie en spierkracht;
- oefeningen die helpen om in het dagelijks leven actiever te worden, en/of;
- oefeningen om beter te kunnen ademhalen.
De fysiotherapeut leert je om tijdens én na de therapie actiever te zijn en te blijven. Als de behandeling klaar is, bekijk je twee of drie keer per jaar (of na een longaanval) samen met de fysiotherapeut hoe het gaat. Als het nodig is, wordt de behandeling tijdelijk hervat. De therapie wordt alleen blijvend voortgezet als het je echt niet lukt om zelfstandig actief genoeg te zijn. Dit noemen we een onderhoudsbehandeling.